Leren Waarnemen
Hier geven we tips om de objecten van onze Altaïrs Deep-sky Challenge waar te nemen of te fotograferen.
M13 in Hercules
M13 is een heldere bolhoop in het sterrenbeeld Hercules. De locatie van dit object is eenvoudig terug te vinden aan de sterrenhemel. Dat maakt van M13 een geschikt object voor de maand juni. Deze bolhoop heeft voor elk amateur wel wat uitdagingen. M13 is al zichtbaar in een verrekijker. Met een kleine sterrenkijker het leuk om te proberen de bolhoop voor een stukje op te lossen in individuele sterren. Opvallend is ook de lange kettingen sterren die M13 als het ware poten en voelsprieten geven. Waarnemers met een grotere kijker kunnen gaan voor het volledig oplossen van de bolhoop tot in de kern. Met een 25cm-kijker of groter kan je op zoek gaan naar donkere holtes of donkere lanen in de kern van de sterrenhoop. De bekendste is de ‘ypsilon’ of de ’propeller’, een combinatie van drie donkere lanen. Maar misschien zie je er nog andere ook? Of helemaal niet, want de ‘propeller’ laat zich niet zomaar zien. De kunst bestaat er in om de juiste vergroting te kiezen. Je maakt de meeste kans met een vergroting van minimaal 180x.
Maar ook fotografisch is M13 een uitdaging om zoveel mogelijk van de één miljoen sterren van deze bolhoop weer te geven. Met de juiste techniek is de ‘propeller’ ook fotografisch te vangen. Wie diep gaat, kan ook proberen om het nabijgelegen sterrenstelsel IC 4617 mee op de gevoelige plaat te leggen. Als je wat breder gaat kan je ook trachten om NGC 6207 mee op de foto te krijgen. Met een beeldveld van één graad gaat het zeker lukken.
Waarnemingsschets van M13, Rony De Laet uit Bekkevoort.
Gedaan met een 100mm f/5 Skywatcher refractor bij een vergroting van 100x en een 5mm Hyperion oculair. N boven, W rechts.
M17, de Omeganevel (Zwaannevel), een galactische nevel in Sagittarius
M17 is een actief stervormingsgebied in onze Melkweg. De uv-straling van de meer dan 2000 jonge hete sterren doet de omringende gaswolk oplichten. Vanop een afstand van 5900 lichtjaar is het geïoniseerde gas van M17 nog zo helder dat het voor elk instrument bereikbaar is. Zelfs met een verrekijker kan je M17 als een fijn streepje in de zomermelkweg terugvinden. M17 spreekt vaak tot de verbeelding van de amateurastronoom. Voor de ene is het een zwaan, voor de ander een hoefijzer of de Griekse letter Omega. De uitdaging bestaat er in om zoveel mogelijk detail in het kernbereik te zien, maar ook om de uitgestrektheid van deze moleculaire wolk te bestuderen. Het heldere kernbereik is maar amper één derde van het gehele nevelcomplex. Een donkere hemel helpt natuurlijk om deze nevel beter te zien, maar een nevelfilter of UHC-filter kan er voor zorgen dat je M17 vanuit je achtertuin goed kan waarnemen. Experimenteer naar hartenlust met je vergrotingen. Een lage vergroting zal je helpen om het volledige nevelcomplex te overzien. Een hogere vergroting laat dan weer toe om het kerngebied beter te bestuderen.
Fotografisch is M17 een dankbaar zomermelkweg object. Na M8 is M17 één van de helderste nevels aan onze zomersterrenhemel. Bovendien staat M17 een pak hoger aan de hemel zodat hij beter zichtbaar is vanuit onze contreien. Deze nevel leent zich zeer goed tot opnames in het H-alpha-bereik.
Waarnemingsschets van M17 door, Rony De Laet uit Bekkevoort.
De bijgevoegde tekening is een waarneming vanuit de Oostenrijkse alpen met een 70mm verrekijker uitgerust met UHC-filters bij een vergroting van amper 20x. Het kleine groepje sterren halverwege het beeldveld onder de nevel is de open sterrenhoop M18.
M27, de Halternevel, een planetaire nevel in Vulpecula
Een planetaire nevel ontstaat als een ster tijdens haar laatste levensfase (als rode reus) sterk pulseert en zo haar buitenste schil afstoot en wegblaast. De sterke straling van de centrale ster ioniseert het gas in de planetaire nevel, zodat de nevel zelf licht geeft. Planetaire nevels zijn belangrijk voor ons begrip van de chemische evolutie van ons Melkwegstelsel. Ze bevatten gas dat uitgestoten wordt door sterren en verrijkt is met zwaardere elementen zoals koolstof, zuurstof, stikstof en silicium die gevormd zijn door nucleosynthese.
De halternevel is de eerste planetaire nevel die ooit ontdekt werd, met name door Charles Messier. De nevel heeft een diameter van ongeveer 6 lichtjaar en staat op een afstand van 1270 lichtjaar. M27 is één van de helderste en dus ook één van de best zichtbare planetaire nevels aan de nachtelijke hemel. Zelfs met een verrekijker is M27 gemakkelijk te spotten. Met een kleine telescoop kan je de zandlopervorm (of haltervorm) duidelijke zien. Voor de visuele waarnemer biedt M27 twee uitdagingen. De eerste is het waarnemen van voorgrondsterren in de nevel, waaronder de centrale ster, die met een magnitude van 13.5 een haalbare kaart zou moeten zijn voor een 15cm-kijker. Maar de heldere nevel maakt het waarnemen van de centrale ster extra moeilijk. Een tweede uitdaging is: de ‘oren’ van M27 waarnemen: de zones naast de helften van de zandlopervorm, die de nevel de vorm van een rugbybal geven. Een UHC-filter of een OIII-filter kan helpen om de nevel beter te zien.
Voor de fotografen is de zandlopervorm van M27 een heldere structuur. Bovendien is het geïoniseerde gas gemakkelijk te fotograferen met behulp van smalbandfilters voor H-alfa, H-beta en OIII. Moeilijker wordt het om de uitgestrekte zwakke halo rondom M27 vast te leggen op de gevoelige plaat.
Waarnemingsschets van M27 door, Rony De Laet uit Bekkevoort.
De bijgevoegde tekening is een waarneming vanuit Bekkevoort met een 100mm refractor bij een vergroting van 63x.